DAG 9
28 April 2022
Puenta La Reina - Estella/Lizarra
22 KM
Totaal afgelegde afstand: 197,7 KM
De voorbije nacht was verschrikkelijk. Met 12 pelgrims in een kamertje van 4 op 5, de verwarming op maximum en deuren en ramen gesloten.
Het ergste was het concert. Ik heb geprobeerd mij niet op te jagen en het concert te laten zijn maar dat lukte erg slecht. Om 5h vanmorgen hoorde ik de Duitser boven mij in bed vloeken. Als hij mij enkele uren later op weg naar onze bestemming passeert zegt hij : ” That man, I could kill him ! ”
Het was nochtans een lieve, aimabele man die duidelijk erg moe was en goed geslapen heeft. Ik probeer empathie voor hem op te brengen, ook snurkende mensen hebben het recht de camino te doen.
Om 6h stipt begint het gerommel in onze kamer. Ik ben toch al een tijdje wakker en begin maar mee in te pakken. Ik wil graag op tijd vertrekken want het is wel leuk om bij de eersten op de volgende bestemming te zijn. Ik heb mijn ontbijt en broodje voor onderweg gisteren al gemaakt. Eigenlijk is iedereen tegen 6.20h wel uit zijn bed en naarstig bezig zich klaar te maken. Alleen Tjon die op zijn gemak rijst aan het koken is laat zich niet opjagen en is niet van plan vroeg te vertrekken.
Marie-Agnes wil graag samen het stadje doorkruisen om op de bekende brug die het stadje rijk is een foto te nemen. Puente la Reina betekent brug van de koningin. Ze zou gebouwd zijn op aandringen van Dona Mayor, de weduwe van Sancho Garcés III. Tijdens de Middeleeuwen was de aanleg van wegen en bruggen erg belangrijk voor de socio-economische ontwikkeling van veel gebieden.
Na de foto op de brug gaan we elk op ons eigen ritme verder.
Ik heb een goeie dag en stap goed door. Het feit dat er pelgrims voor mij lopen werkt als een wortel. Onbewust versnel ik mijn pas. Ik haal verschillende pelgrims in maar op het steile stuk omhoog word ik zelf ingehaald door een jonge Italiaanse die wel over de weg lijkt te zweven.
Ik probeer me niet te laten opjagen. Dat is echt heel moeilijk.
Het eerste dorpje ligt op 5 km en passeer ik gewoon. Het is weer aan het miezeren en ik heb geen zin om al pauze te nemen. Ook het tweede dorpje laat ik links liggen. Het gaat nu net lekker.
Als ik na bijna 14 km, met mijn tong op mijn tenen in het derde dorpje Lorca arriveer, besluit ik toch maar even te stoppen en iets te drinken.
Er zit onrust in mij. Ook het Braziliaanse meisje dat op een bankje een beetje verder zit, erkent dit. Er is geen reden om ons te haasten en toch gaan we onbewust maar door en door.
Na 3 km bereik ik Villa-tuerta. Ik heb Marie-Agnes beloofd om daar op haar te wachten . We willen graag in dezelfde herberg overnachten.
Ik koop een café con leche en zet me op het terraske van een klein caféetje. Het valt me op dat er op dit stuk van de camino heel wat meer caféetjes en winkeltjes zijn.
Er zitten al enkele andere pelgrims. Naast mij zit een Deense jongen die 2 dagen geleden vertrokken is. Een beetje later komt de zwevende Italiaanse, die ik blijkbaar ergens toch weer voorbij gestoken ben, erbij zitten. Haar naam is Béatrice en ze is 26 jaar. Ze is van de buurt van Venetië afkomstig en werkt als freelance fotografe. Hierdoor kan ze vrij nemen als ze wenst. Ze is van plan om tot in Santiago te geraken, al vraagt ze zich soms af wat ze hier eigenlijk doet en waarom ze niet gewoon aan de rand van één of ander zwembad ligt.
Een half uurtje later komt Marie-Agnes met een rood hoofd aangewandelt. Ze heeft grote honger en dus eten we op een leuk picknickbankje aan de rand van het dorpje onze sandwich op. Er is zelfs een openbare toilet vlak naast onze picknickplek. Ideaal. Voor een vrouw is het niet zo eenvoudig te plassen als er veel pelgrims op pad zijn. Zeker niet met een zware rugzak op je rug.
Het laatste stuk lopen we samen. Als een hond die zijn thuis geroken heeft leg ik de laatste kilometers af. Ik realiseer me te laat dat het misschien te snel gaat voor ma copine.
Rond 13.30h arriveren we in de herberg. Ik krijg een goede slaapplaats toegewezen. Het onderste bed en aan de kant tegenover het raam dat open kan. Nu maar hopen dat ik vannacht een beetje kan slapen.
In de namiddag is het altijd rustig in de herberg. Sommige pelgrims nemen een douche en kruipen onmiddellijk een uur of twee in bed. Anderen doen hun was. Ik schrijf meestal het eerste deel van mijn blog en leg me nadien even neer.
Tegen de avond komt er opnieuw leven in de brouwerij. De keuken van deze herberg is niet bruikbaar dus moeten we vanavond ergens een pelgrimsmenu zien te scoren.
Spanjaarden eten altijd laat. In de bar tegenover de herberg kan je vanaf 19h al terecht. Ik ga samen met Marouchka en Marie-Agnes. Het eten is lekker maar het is vermoeiend om telkens te switchen van Engels naar Frans . Marouchka spreekt geen Frans en Marie-Agnes spreekt geen Engels, ik ben de tolk.
Ik betrapte me er vorige nacht op dat ik zelfs droom in het Frans.
De dagen vliegen voorbij. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam zich meer en meer aanpast aan de dagelijkse inspanning. De pijn aan mijn voeten blijft de grootste hindernis.Hiermee ben ik niet alleen. Als je door het stadje wandelt herken je met gemak aan de manier van lopen en het schoeisel ( slippers) de pelgrims.
Om 21.30h ben ik echt moe en kruip ik voldaan mijn bed in.
Proficiat! Gewoon voortgaan en nog kennis maken met vele pelgrims. In Baskenland zegt ge “agoer” d.w.z goede dag. Ge krijgt dadelijk antwoord. Indien ge zegt “Euskadi ta askatuta”, leve vrij Baskenland, dan ben je vriend voor altijd. Zo zijn de Basken Een Spanjaard die Frans kent, is een Bask want Spanjaarden spreken enkel Spaans. Tot later. Succes nog.
Leuk weetje ! Bedankt ! 🙂
Wat mooi dat je intussen een wereldband doet groeien tussen en met andere pelgrims…
Zoals onze Luc schrijft, blijf volhouden en doorgaan, ik weet zeker dat jou wilskracht ( en koppigheid😉) meezorgt dat je trots de eindstreep haalt.. en blijf schrijven, we voelen ons helemaal naast je door jou blog te lezen
😘😘💪💪
Chapeau Anemie ,u hebt een sterk karakter in alles wat je doet ,succes nog !