DAG 18
7 mei 2022
Burgos - Hontanas
41 KM
Totaal afgelegde afstand: 411,8 KM
Vandaag staat er een lang traject op het programma, 31 km tot Hontanas. De nacht was meer gefragmenteerd dan gisteren omdat ik de ganse tijd moest plassen. Mijn voet is zo goed als helemaal ontzwollen. Ik neem me voor om veel te drinken vandaag. Het wordt een warme dag.
Om 6h verlaat ik het hotel. Het is koud en buiten enkele taxi’s is er geen kat op straat. In de grotere steden is het niet altijd gemakkelijk om de juiste weg te vinden. De camino gaat dwars door Burgos en de aanduidingen zijn niet zo duidelijk.
Na bijna 4 km ben ik Burgos uit. Er is geen enkele andere pelgrim in de wijde omgeving te ontdekken. Ik hou van de kille ochtenden en het eenzame begin van de dag.
Tardajos is het eerste dorpje dat ik passeer op 12 km. Vermits ik niet direct een caféetje kan vinden loop ik door. Ik heb ondertussen de eerste pelgrim gespot, een jong meisje met vlugge voeten.
Het volgende dorpje is maar 2 km verder. De bar is open maar de croissants zijn op. Het terras staat net in de zon. In de schaduw is het te koud om gezellig te kunnen zitten. Naast mij zit een koppel Spaanse pelgrims uit Sevilla. Ze zijn met de fiets. Ze geven me de raad om geen water te kopen in de bars. Het water aan de fonteintjes en bronnetjes is volgens hen veel beter en goedkoper.
Terwijl ik geniet van mijn koffie komt het meisje voorbij gelopen. Ze houdt er flink de pas in.
Ik zet mijn tocht verder. Het is een gemakkelijk traject met brede grindpaden en slechts beperkt stijgen en dalen. Af en toe vang ik een glimp op van het meisje. Er zijn vandaag veel fietsende pelgrims op de baan. Lijkt me ook zwaar met de zon die steeds hoger klimt.
Met muziek op mijn oren lijk ik wel te kunnen vliegen.
Het is iets na 10h als ik op ongeveer 21 km Hornillos del Camino bereik. Een gezellig terras zit vol met pelgrims. Ik schuif aan bij een tafeltje waar een vrouw van middelbare leeftijd zit met een neuspiercing. Ze is van San Francisco en doet korte trajecten van maximum 15 km. Ze beweert dat ze erg traag is, wat ik kan bevestigen als ik haar wat later voorbij ga.
De persoon die bij de rugzak hoort is Mathilde. Een jonge Francaise uit Brest. Terwijl ze haar blaren met naald en draad doorprikt ga ik opnieuw op pad.
Vanaf nu begint de Meseta, uitgestrekte vlaktes waar weinig te zien is. Erg eentonig. Heel wat pelgrims laten dit desolate stuk links liggen en nemen de bus naar Léon.
Ik hou er eigenlijk wel van. Voorlopig waait er nog een frisse bries en met mijn petje op mijn hoofd gaat het goed. Ik heb helemaal geen last meer van mijn rechtervoet maar ik drink veel water.
Ik hou mijn stevig tempo aan en arriveer rond 13.30h in Hontanas, op 31 km. Dit dorpje verschijnt uit het niets, gelegen in een dal. Het lijkt wel een verborgen schat. Het is erg gezellig maar ik herken geen enkel gezicht.
Ik eet een broodje en drink iets op een schaduwrijk plekje van een terras. Het is nog vroeg en ik heb nog veel energie. Zie er wat tegenop om hier te blijven op dit vroege uur. Ik ken helemaal niemand en heb geen zin alleen op een bed te gaan liggen. De volgende overnachtingsplaats is echter 10 km verderop. Dit is riskant. Als je te laat in de herberg aankomt zijn alle bedden mogelijk bezet. Ik bel enkele herbergen in Castrojeriz. Allemaal volboekt. Blijkbaar is er een Belgische bus die toeristen 5 a 10 km voor de volgende herberg afzet waardoor de plaatsen benomen zijn voor de echte pelgrims arriveren.
De vierde herberg die ik bel is de alberge municipale. Hij heeft plaats maar spreekt enkel Spaans, ik herhaal mijn naam wel vijf keer. Blijkbaar heeft hij het dan toch verkeerd begrepen want er hangt een briefje met ” Armi” op mijn bed.
Ik wil echt niet het risico lopen na 41 km geen slaapplaats te vinden.
De laatste 4km zijn zwaar. Zo goed als geen schaduw te bekennen en de zon brandt. Rond 16.20h arriveer ik in Castrojeriz. Als ik door het dorpje wandel op weg naar mijn slaapplaats zie ik Beatrice en Dominique (de Duitse jongen met de zware rugzak) zitten.
Ik ben zo blij dat ik bekende gezichten zie.
De hospitalieri is nergens te bespeuren. Ik bel hem en hij lijkt verbaasd dat ik nog kom opdagen.
Ik krijg één van de beste bedden onderaan, speciaal voor mij vrij gehouden.
Vlak na mij arriveert een Nederlander, die niet gereserveerd heeft. Er is eigenlijk geen plaats meer, enkel nog 2 andere gereserveerde bedden. De hospitalieri geeft hem één van de gereserveerde bedden. Hij denkt niet dat de pelgrims die het bed gereserveerd hebben nog zullen komen.
Als ik fris gewassen wat buiten wil gaan zitten zie ik Mathilde samen met een ander meisje uit Venezuela arriveren. Zij hadden de bedden gereserveerd. Er is maar één bed over. Mathilde wordt wandelen gestuurd. Nadat ze op verschillende plaatsen geprobeerd heeft een bed te bemachtigen staat ze terug bij onze herberg. Alles is volzet. Ook zij heeft 41 km gelopen en is uitgeput. Ze mag haar slaapmatje in de gang leggen. Later op de avond krijgt ze dan toch nog een matras.
Plots zie ik Marusa. Ze heeft haar enkel verzwikt en ziet er ongelukkig uit. Ik wil haar enkel tapen maar de apotheek is gesloten tot maandag. Voet omhoog, rust en een bandage is het enige dat ik kan aanraden.
Ook Rae is in de herberg. Het wordt een blij weerzien.
Ze nodigt me uit om met hen iets te gaan eten in het restaurant een beetje verderop. We gaan op tijd want de locatie is prachtig. Je hebt er een fantastisch uitzicht over de omgeving.
We zijn aanvankelijk met vijf maar er komen meer en meer mensen bij. Harry en Marley, kende ik al. Harry is Engels met Nederlandse grootouders en Marley is Canadees. Ze hebben elkaar vijf jaar geleden op zomerkamp in Canada leren kennen. Verder is er Jack en Kerry, een koppeltje uit New York. Jack is medical researcher maar gaat na de zomer opnieuw studeren in Oxford. Verder zijn er nog twee vrouwen uit Arizona. Blijkbaar zijn er erg veel Amerikanen op de camino dit jaar.
Het eten is echt heerlijk.
Ik voel me opgelucht. Ik hoef me geen zorgen te maken. Er zijn genoeg pelgrims op pad. Er zal altijd wel iemand zijn die ik ken.
Dag Annemie,
het blijft leuk en spannend om jouw verhalen te lezen, en wat voor een avonturen. Afzien hoort er blijkbaar ook wel bij,.. Toch een zware uitdaging ! courage ! de rustdag was een heel goed idee! keep on going and keep on writing ook 🙂 We stappen dagelijks in gedachten met jou mee. Take good care en fijne reis, tot de volgende
Ik vind het leuk dat jullie het leuk vinden 🙂 Dat geeft me moed om na een zware dag toch nog iets te schrijven. Dag 18 was effectief één van de zwaarste dagen tot nu toe.