DAG 1
20 April 2022
Chalet Peyranère Villanua
22,5 KM
De natuur is veranderd in een ‘Winter Wonderland ‘ als ik bij schemerlicht mijn raam open gooi om de frisse ochtendlucht te proeven.
Prachtig !
Voor een ongetrainde pelgrim als ik, helaas niet ideaal om te starten.
Beneden staat aan karig ontbijt op mij te wachten. Een pelgrim waardig. Ik laat het half afgebakken croissantje liggen en kies voor optie brood met boter en confituur. Voor 3 euro had ik ook niet beter verwacht. In de berghut krijg je voor die prijs steenhard frans brood dat je “aan de schapen nog niet zou geven ” volgens mijn schoonvader.
Gepakt en gezakt ga ik op zoek naar het beginpunt van mijn tocht.
Dit blijkt niet zo eenvoudig. Alles is ondergesneeuwd, ook de wegwijzers. Ik slaag een zucht van opluchting als ik de eerste St jacobsschelp en bijhorende pijl ontwaar en begeef me op het juiste pad. Dat denk ik althans want van een pad is geen sprake.
De natuur is wondermooi. Verstilling is het juiste woord.
Terwijl de sneeuw lichtjes naar beneden blijft dwarrelen zwoeg ik me een weg door het stille sneeuwlandschap. Nu en dan raak ik van het pad en zak ik tot aan mijn knieën in de sneeuw . Na 1,5h zware inspanning kom ik aan op de Col de Somport.
Nu begint mijn tocht pas echt.
Vanaf hier zijn de paadjes beter aangegeven. Ik merk 2 paar voetstappen op in de sneeuw. Ik fantaseer over een jong koppel dat net als ik vol spanning vandaag gestart is en voel me minder alleen.
Het duurt niet lang of ik lig met mijn klikken en mijn klakken op de grond. Het pad is inderdaad glibberig. Ik was gewaarschuwd.
Ik concentreer me volledig op mijn voeten en kom traag maar zeker vooruit. Af en toe hou ik even halt om het landschap in me op te nemen.
Na bijna 4h wandelen arriveer ik op mijn eerste stopplaats : Canfranc Estacion. Een klein dorpje met een gigantisch neoclassicistisch treinstation van 241m lang. Bij de opening in 1928 was dit het grootste treinstation van Spanje en het op één na grootste van Europa. Tegenwoordig stopt er alleen nog een regionale lijn en wordt het gebouw opgeknapt.
Het is middag dus tijd om te eten.
De hamburguesa met papas fritas smaakt heerlijk. Dit had ik nu echt verdiend. Ik krijg van de mama de la casa mijn eerste stempel in mijn credential. Trots als een pauw ben ik.
Dit stempelboekje dient als bewijs om een aandenken aan mijn pelgrimstocht te kunnen krijgen in Santiago. Je moet minstens 100 km te voet hebben afgelegd wil je bij de uitverkorenen horen.
Als ik het restaurant verlaat komt de zon piepen. De laatste kilometer was het pad al sneeuwvrij waardoor ik iets sneller vooruit kom. De prachtig besneeuwde bergtoppen van de Pyreneeën beschenen door de zon geven weer een heel ander cachet aan mijn tocht.
Hop, daar lig ik weer.
Ik moet me uit mijn rugzak worstelen om recht te geraken. Gelukkig zijn mijn jas en regenbroek niet stuk, enkel besmeurd met slijk. Niemand heeft het gezien want er is geen pelgrim op pad.
En verder gaat het pad, een beetje omhoog en omlaag , naast een wilde rivier die af en toe verandert in een Canyon. Zo had ik me de Camino inderdaad voorgesteld.
Het begint me te dagen dat ik Jaca vandaag niet zal halen. Al mijn knoken beginnen ondertussen pijn te doen. De zware last van de rugzak is een aanslag op mijn knieën, enkels en voeten. Geen wonder dat mensen met veel overgewicht zo vaak klagen over deze gewrichten.
Ik kijk even in mijn boekje en besluit in Villanua te overnachten. Mijn voorkeur gaat uit naar Albergué Triton dat goeie recensies blijkt te hebben.
Rond 17h arriveer ik uitgeput aan deze herberg. De deur is vast . Wat nu.
Een beetje terug was er nog een Hostel. Ook gesloten. Er hangt een telefoonnummer op de deur maar er neemt niemand op.
Mijn GSM is bijna plat en het huilen staat me nader dan het lachen.
Ik probeer systematisch elke herberg te bellen die zich in de buurt bevindt en wandel nog eens 2 km het dorpje rond. Niks. Het dorpje lijkt wel uitgestorven.
Ten einde raad bel ik opnieuw naar het tweede hostel. Omdat er geen reserveringen waren is er niemand in de hostel aanwezig. De eigenaar helpt me verder en geeft me de code van een sleutelkastje dat naast de voordeur hangt. Ik kan mijn vreugde niet op als ik mijn zware rugzak van mijn schouders haal en op mijn bed neerplof.
Na een heerlijk warm bad voel ik me al snel een beetje opgeknapt. Ik moet het stellen met wat nootjes en noodvoedsel want het enige restaurant dat open is bevindt zich 1 km verderop en dat zie ik echt niet meer zitten.
Een vermoeiende, bewogen dag.
Ik had het lichter ingeschat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!