DAG 0
19 April 2022
Parijs Pau Somport Chalet Peyranère
780 KM via TGV / Bus / Voeten
Paris se réveille.
Het is nog donker als ik mijn hotelkamer verlaat richting gare Montparnasse. Het gefluit van de vogels kondigt alvast de nieuwe dag aan. Ik hou er flink de pas in en vermijd oogcontact met een toevallige voorbijganger. Het gewicht van mijn gevulde rugzak weegt zwaar op mijn schouders en even twijfel ik of ik dan toch niet te veel heb meegenomen. Ik schud de gedachte van mij af. Er is toch geen weg terug.
Netjes getimed neem ik plaats in het derde rijtuig van de TGV richting Pau. Plaats 121. Pech. Ik zit tegenover een stuurs kijkende man met een FFP2-masker op. Ik knik even vriendelijk en probeer mijn benen zo goed mogelijk opzij te plooien. Het zouden wel eens vier lange uren kunnen worden.
Het sjokkelen van de trein wiegt me al gauw in slaap. Door de oncomfortabele houding zijn mijn dutjes maar van korte duur. Het Franse landschap flitst voorbij. Hoe meer we Pau naderen, hoe harder het begint te regenen.
Aangekomen in Pau regel ik eerst even mijn verdere reis. Er staat een lange rij aan het loket. Mijn geduld wordt op de proef gesteld. Een vriendelijke loketbediende helpt me verder. Ik moet eerst een lokale trein nemen en vervolgens twee elkaar opvolgende bussen. Als dat maar goed komt met de timing.
De vrouw aan het loket ziet er vreselijk uit. Haar linkeroog is afgeplakt en je ziet duidelijk de littekens van ernstige brandwonden over de gehele linkerkant van haar gezicht. Ik bedenk me dat dit verschrikkelijk pijnlijk moet zijn geweest en de asymmetrie van haar gezicht maakt dat ze een beetje op Quasimodo lijkt.
Ik heb drie uur tot mijn volgende trein vertrekt en moet op zoek naar een winkel waar ze een gepaste regenhoes voor mijn veel te grote rugzak verkopen.
De funiculaire brengt me gratis tot in het stadscentrum waar ik tot drie maal toe bot vang. Geen regenhoes. Ik ben ondertussen doorweekt.
Dan maar met de bus tot aan de Decathlon. 25 minuten later ben ik de trotse eigenaar van een oranje regenhoes ‘ Forclaz”, zelfs de kleur matcht met mijn rugzak. Nu ben ik volledig geëquipeerd.
Een snelle hap in een lokale brasserie en ik haast me weer naar het station.
Ik spring de trein op tot Oloron St. Marie waar de aansluitende bus al op mij staat te wachten. Er zijn niet veel gegadigden die dezelfde reis maken. Welgeteld vijf. De bus zou om 15.51h aankomen in Bedous en op datzelfde uur zal daar de bus vertrekken die me tot Somport zal brengen. Ik wil deze bus graag halen. Het is weliswaar niet de laatste, maar de volgende komt pas twee uur later en het giet nog steeds.
Ik voel de stress opkomen als we achter een trage vrachtwagen hangen. Het komt in orde, de bus komt op tijd aan en de overstap verloopt probleemloos, spreek ik mezelf moed in.
Het universum is me gunstig gezind. Ik hop op de volgende bus en begin aan de laatste etappe.
De twee andere passagiers verlaten de bus in Canfranc Estacion zodat ik uiteindelijk nog alleen overblijf.
Gezwind leidt de zwarte, vrouwelijke buschauffeur de bus de Somportpas op. De regen is ondertussen veranderd in sneeuw. Ik kan maar weinig van het prachtige landschap ontwaren want er hangt dichte mist en de sneeuw belemmert het zicht.
Somport ligt er verlaten bij.
Ik verlaat de bus en moet nog 30 min wandelen tot aan mijn eerste overnachtingsplaats, Chalet Peyranère. De sneeuw dwarrelt naar beneden en in een mum van tijd lijk ik wel een halve sneeuwman. In de romantische voorstelling van mijn pelgrimstocht kwam sneeuw niet voor.
Wat een geluk dat ik op de valreep mijn muts en handschoenen nog bij in mijn rugzak gepropt heb.
Een stuurs kijkende jonge fransman staat net buiten een sigaretje te roken als ik arriveer. Voor de rest is er geen menselijke ziel te bespeuren. Ik werd duidelijk verwacht want hij vraagt geen naam. Ik bevestig dat ik graag diner en ontbijt wil nemen en de zwijgzame man brengt me doorheen lege lange gangen naar een kamer met drie bedden en een eigen badkamertje. Hier ben ik wel blij mee.
Ik merk op dat het wel heel erg rustig is. De man bevestig dit en vertelt dat er nog twee andere gasten wat later zullen arriveren. Het diner is om 19.30h.
Ik kies het bed aan het raam en hoop stiekem dat de andere gasten een andere kamer zullen toegewezen krijgen, er staan er per slot van rekening wel zeker 30 leeg.
Ik installeer me en neem een warme douche. Best gezellig zo, warm binnen met de dwarrelende sneeuw rondom.
Om 19.30h begeef ik me naar de reusachtige eetzaal waar inderdaad twee tafels gedekt zijn. De soep staat dampend te wachten vergezeld van een kan water en Frans stokbrood. Het maal bestaat uit rijst en balletjes in tomatensaus. Best oké voor 7 euro. Het dessert laat ik aan mij voorbijgaan en ik sluit af met een koffietje.
De twee andere gasten zijn twee mannen van middelbare leeftijd. Een van hen denkt me te kennen. Ik antwoord dat ik wel vrij zeker weet dat ik hem nog nooit gezien heb. Hij knoopt een gesprekje aan en wenst me veel moed met mijn tocht naar Compostela. Hij waarschuwt me voorzichtig te zijn want door de sneeuw kan het pad erg glibberig zijn en er zijn momenteel maar weinig pelgrims op deze route.
Ik verzeker hem dat het wel goed komt en begeef me naar mijn privékamertje.
Mijn eerste dag is alvast vlotjes verlopen. Morgen begint het echte werk.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!